Wat als…?

Als ik iets onderneem, dan plan ik to fail. Planning to fail bereidt je voor op de (soms bittere) realiteit. Als je een plan hebt als de hel losbarst, dan reageer je niet reactief, ondoordacht of onbewust. Je gaat met vertrouwen door met je plan, omdat je weet dat dit kon gebeuren. Accident de parcours.

Ik doe dat met de klassieker IF > Then. Ik noteer dan een reeks scenario’s, waarvan ik hoop dat ze enkel theorie blijven, maar die wel tot de mogelijkheden behoren. Ik werk voor elk van de scenario’s de eerste acties uit en hou ze achter de hand.

Als je rekening houdt met die tegenslagen, en weet welke stappen je zal ondernemen, dan hou je nog steeds (het gevoel van) controle over het scenario. Zo vermijd je bijkomende stress of paniek bij een tegenslag. Die maakt namelijk een onderdeel uit van het plan. All in a days work.

Ik moest denken aan die ‘Wat als…?’ omdat ik al enkele dagen aan mensen de volgende vraag stel.

“Wat als je voor eeuwig geband bent van het internet. Hoe zou je dan je dagen (anders) doorbrengen?”

Voorlopig zonder veel intrigerende antwoorden te krijgen, maar ik blijf op zoek.

Zwart of wit, nooit grijs

Dit advies van choreografe Martha Graham tegen een jonge danseres bracht me vanochtend tot stilstand.

“But,” I said, “when I see my work I take for granted what other people value in it. I see only its ineptitude, inorganic flaws, and crudities. I am not pleased or satisfied.”

“No artist is pleased.”

“But then there is no satisfaction?”

“No satisfaction whatever at any time,” she cried out passionately. “There is only a queer divine dissatisfaction, a blessed unrest that keeps us marching and makes us more alive than the others.”

Mag het een beetje minder zijn?

Veel dingen in het leven vinden we vanzelfsprekend. Vrienden. Werk. Kinderen. Airpods Pro. Eens verworven liggen we er niet meer wakker van. Zijn er niet dankbaar voor.

Het minimalisme probeert daar een mouw aan te passen door enkel bepaalde dingen toe te laten in je leven of een maximaal aantal bezittingen te hebben. Waarbij je het leven meer beschouwt als een museum dan een kringloopwinkel.

Een andere benadering om je geluk en dankbaarheid te vergroten is mental subtraction. Het houdt in dat je de goede dingen uit je leven wegdenkt. Bovendien werkt het instant.

Onderzoek toont aan dat de afwezigheid van een positieve gebeurtenis in je leven een krachtiger effect op je heeft dan alleen maar terugkijken op die positieve gebeurtenis.

Door je voor te stellen dat de belangrijke dingen en mensen in je leven niet bestaan, kun je echt gaan waarderen wat je hebt. Voor objecten ben je dankbaarder als je je leven voorstelt zonder die objecten, dan als je terugdenkt aan het geluk of plezier toen je ze kocht.

Hetzelfde geldt voor prestaties of verwezenlijkingen waar je trots op bent. Die marathon die je liep. Dat artikel dat gepubliceerd werd. Dat concept dat je in de wereld zette. De reis die je maakte. Door je voor te stellen dat ze nooit hebben plaatsgevonden, kun je zien welke weg je hebt afgelegd. Hoe ze je leven beter gemaakt hebt, of anders.

Ik gebruik mental subtraction als volgt om mijn dankbaarheid te vergroten. Als ik merk dat ik klaag over iets, dan beeld ik me in dat waarover ik klaag weg is. Uit mijn leven verwijderd. Klagen over de job? Job is weg. Klagen over werknemers? Ze zijn allemaal weg. Klagen over de regen? De regen voor altijd weg. (Voor sommigen zou dat nog niet zo slecht klinken.) Klagen over de file? Mijn auto weg. Klagen over het huis. Huis weg.

Zo ervaar je de emoties alsof die dingen er niet meer zouden zijn. En dat maakt, voor mij, een wereld van verschil om mijn dankbaarheid en geluk te vergroten. En minder te klagen.

Bel me, schrijf me

Mensen die me bellen, kunnen het vast beamen. In 90% van de gevallen neem ik niet op. Doorgaans is dat omdat ik het geluid heb afstaan, mijn gsm bewust uit de kamer houd of omdat ik verstrengeld zit in een digital declutter. Of een combinatie van voorgaande.

Dat ik zo weinig mijn telefoon opneem, is verrassend. Ik bel nochtans razend graag. Als je telefoneert, is er geen afleiding van de omgeving. Van de mimiek. Van de blikken. Van de toevallige passanten. Er is focus. Eén persoon. Eén stem.

De combinatie van focus en afstand zorgt voor andere gesprekken. Opener. Directer. Dieper. Minder nuances. Meer ideeën. Meer slagen.

Zoals in het tennis moet je de slagen van de tegenstander terug over het net krijgen. Anders valt het gesprek dood. Hoe beter je tegenstander, hoe beter de rally’s. Hoe helderder de uitkomst van het gesprek.

Een interessant, vloeiend telefoongesprek is ook werken. Nooit vrijblijvend. Het moet voor beide partijen interessant zijn en blijven. Er is namelijk niets te zien. Niets anders te beleven. Enkel een kudde overstekende woorden. Die hopen op begrip, herkenning of tegenspraak.

Wat ook zo leuk is aan bellen, is dat je er makkelijk onderuit kan. Je hangt er geen uren aan vast. Als het begint tegen te steken of het interessante gedeelte voorbij is, dan haak je in. Je hoort elkaar later wel weer. Wanneer er iets boeiend is om te vertellen.

Soms al na tien minuten. Soms pas na drie maanden. En dat vindt deze vrijblijvende beller meer dan ok.

En ik lach een traan

Ik en Ali B hebben geen grootste band. Hij heeft ook geen grootse band, want hij treed doorgaans alleen op.

Mijn zoon werd eergisteren 7. Verjaardagen maakt altijd iets bij me los. Wat niet moeilijk is als er veel vast zit. Verjaardagen is vooruitgang die je wilt tegenhouden. Je wilt altijd sneller ouder worden. Tot je dat niet meer wilt. Tot je alles wilt bevriezen. Memento mori.

De verjaardag deed me terugdenken aan deze 2015. Enkele dagen voor zijn eerste verjaardag zag ik deze clip voor het eerst.

En de clip maakt keer op keer iets los.

She’s a keeper

Het meest intrigerende idee uit het boek No Rules Rules over de cultuur bij Netflix is de Keeper Test.

Men moedigt de werknemer om aan de leidinggevende de volgende vraag te stellen. “Als ik zou weggaan voor een andere job, zou je dan vechten om me te houden?”

Als het antwoord “Hell yeah” is, dan is alles ok. Als het antwoord neen is, dan is het tijd om afscheid te nemen. En als het antwoord ergens ertussen in ligt, dan is het tijd voor een goed, open gesprek om de train terug op de rails te zetten.

De helderheid van die ene vraag maakt iets heel complex, plots heel simpel en uitvoerbaar.