Veel dingen in het leven vinden we vanzelfsprekend. Vrienden. Werk. Kinderen. Airpods Pro. Eens verworven liggen we er niet meer wakker van. Zijn er niet dankbaar voor.
Het minimalisme probeert daar een mouw aan te passen door enkel bepaalde dingen toe te laten in je leven of een maximaal aantal bezittingen te hebben. Waarbij je het leven meer beschouwt als een museum dan een kringloopwinkel.
Een andere benadering om je geluk en dankbaarheid te vergroten is mental subtraction. Het houdt in dat je de goede dingen uit je leven wegdenkt. Bovendien werkt het instant.
Onderzoek toont aan dat de afwezigheid van een positieve gebeurtenis in je leven een krachtiger effect op je heeft dan alleen maar terugkijken op die positieve gebeurtenis.
Door je voor te stellen dat de belangrijke dingen en mensen in je leven niet bestaan, kun je echt gaan waarderen wat je hebt. Voor objecten ben je dankbaarder als je je leven voorstelt zonder die objecten, dan als je terugdenkt aan het geluk of plezier toen je ze kocht.
Hetzelfde geldt voor prestaties of verwezenlijkingen waar je trots op bent. Die marathon die je liep. Dat artikel dat gepubliceerd werd. Dat concept dat je in de wereld zette. De reis die je maakte. Door je voor te stellen dat ze nooit hebben plaatsgevonden, kun je zien welke weg je hebt afgelegd. Hoe ze je leven beter gemaakt hebt, of anders.
Ik gebruik mental subtraction als volgt om mijn dankbaarheid te vergroten. Als ik merk dat ik klaag over iets, dan beeld ik me in dat waarover ik klaag weg is. Uit mijn leven verwijderd. Klagen over de job? Job is weg. Klagen over werknemers? Ze zijn allemaal weg. Klagen over de regen? De regen voor altijd weg. (Voor sommigen zou dat nog niet zo slecht klinken.) Klagen over de file? Mijn auto weg. Klagen over het huis. Huis weg.
Zo ervaar je de emoties alsof die dingen er niet meer zouden zijn. En dat maakt, voor mij, een wereld van verschil om mijn dankbaarheid en geluk te vergroten. En minder te klagen.