De doorn in de arm

In het boek “The Untethered Soul” beschrijft Michael Singer een persoon die per ongeluk haar arm doorboort met een grote doorn, wat bij de geringste aanraking een verlammende pijn veroorzaakt. In plaats van de doorn te verwijderen en de intense pijn van het verwijderingsproces te doorstaan, kiest ze ervoor om de doorn te laten zitten. Deze beslissing om de onmiddellijke pijn te vermijden, brengt echter aanzienlijke kosten met zich mee: om met de doorn in haar arm te leven, moet ze ervoor zorgen dat niets de doorn aanraakt.

Deze metafoor illustreert hoe we soms kiezen voor het vermijden van korte-termijn ongemak ten koste van langdurige beperkingen en pijn. De vrouw in het verhaal kan niet meer slapen in haar bed uit angst om zich om te draaien en de doorn aan te raken. Ze gaat zo ver dat ze een apparaat creëert om in te slapen waarbij de doorn niet aangeraakt wordt, wat haar dagelijks leven ingrijpend beperkt.

Singers verhaal benadrukt hoe het vermijden van onmiddellijke pijn of ongemak ons kan vastzetten in beperkende patronen die ons leven op de lange termijn beïnvloeden. Het is een metafoor voor hoe we soms emotionele ‘doorns’ – zoals pijnlijke herinneringen, angsten of trauma’s – in ons dragen en ons leven eromheen construeren om de pijn niet te hoeven voelen. We bouwen systemen en gedragingen op die ons ‘beschermen’, maar die ons tegelijkertijd verhinderen voluit te leven.

De les uit Singers verhaal is dat het soms nodig is om door de initiële pijn heen te gaan om ware vrijheid en verlichting te bereiken. Het verwijderen van de ‘doorn’, hoewel pijnlijk, kan uiteindelijk leiden tot een vrijer en onbelemmerd leven. Dit vereist moed en de bereidheid om door het ongemak heen te werken, maar de beloning is een leven dat niet langer beperkt wordt door de constante aanwezigheid van vermijdbare pijn.